woensdag 23 november 2016

Alleen de taxateur kan zichzelf redden

Met steeds groter verbazing volgen wij de taxatie discussie en we staan aan de vooravond van grote veranderingen in de wondere wereld van woningtaxaties. Onze mond viel open toen we de reactie van het NWWI zagen op een woningtaxatie voor een corporatie.

En het ergste is dat ze nog gelijk hebben ook. Als de taxateur zijn rapport goed onderbouwd kan hij alles op papier zetten. Een voorbeeld voor een taxatie in Breda:

Referentie objecten taxatie Breda in Midas:
- Tussenwoning;
- Perceel tussen 125 / 175 m2
- Bouwjaar tussen 1960 / 1970
- Inhoud tussen 325 / 375 m3

Vanaf de periode van 1 januari 2016 zijn er in Breda 43 woningen verkocht die voldoen aan deze criteria. De goedkoopste woning is verkocht voor 134.000,-- en de duurste voor 309.000,-- euro. (dan is de zoekoptie al zeer beperkt en het vergelijkbare aanbod is vele malen groter als je de variabelen nog iets ruimer zet!)

Dan komt toch weer de beroepsethiek van de taxateur om de hoek kijken. Qua kerngegevens en type zijn dit allemaal zeer goed vergelijkbare woningen. Waar zit dan het verschil in? Met name afwerking, maar uiteraard de LOCATIE. Echter als een taxateur een hogere waarde nodig heeft (omdat zijn opdrachtgever dit verlangt of geen plaatselijke kennis heeft), dan kan hij dus maar kiezen. Hij moet alleen verklaren dat de woning in een gelijksoortige wijk ligt en soortgelijkig is afgewerkt.

Validatie instituten

Gelukkig zijn er de validatie instituten om dit dit te ondervangen. Maar helaas! Zo werkt het niet. De taxateur kan zeker in dit voorbeeld aannemelijk maken dat het een zeer goede referentie is en dat zijn waarde dus klopt. Een validatie instituut is immers plaatselijk niet bekend en controleert het taxatierapport op aannemelijkheid en of het juist is ingevuld. Ook al is de validatiemedewerker wel plaatselijk bekend, dan is hij nog niet in het huis geweest. Hij kan er hooguit een extra vraag over stellen. Het is geen hertaxatie. 

Maar wat dan? 

Helaas is er vooralsnog weinig tegen te doen. Validatie wordt als heilig middel gezien, maar "De Monitor"  heeft aangetoond dat dit ook niet zaligmakend is. Er werd vanuit het NWWI geopperd dat ze meer macht willen hebben. Maar ook dit is zeer vreemd, want 1 van de twee taxateurs heeft het meeste gelijk. En wie bepaalt er welke taxateur gelijk heeft? Dat kan echt niet iemand doen vanaf achter zijn bureau. 

Willen ze die hogere waarde dan niet "goedkeuren" omdat er een ander rapport ligt die lager ligt? De commerciele validatieinstituten gaan hier soepeler mee om want ook hier speelt een belang en dat is winst maken. Er zijn dus ondanks het Centraal Register Taxaties diverse uitwijk mogelijkheden. Een andere taxateur kan immers een ander inzicht hebben (de zelfde taxateur kan niet twee maal het zelfde rapport uitbrengen met 2 verschillende waardes dus deze worden altijd geweigerd). 

Als de moraliteit van de taxateurs niet snel veranderd, dan zullen geldverstrekkers op zeer afzienbare tijd gaan grijpen naar alternatieven zoals modelmatige waarde rapporten. Door alle "Big Data" zeggen ze dat ze zeer betrouwbare rapporten kunnen maken. Zolang er altijd een taxateur te vinden is om een bepaalde veel te hoge waarde op papier te zetten wordt de taxateur langzaamaan buiten spel gezet. En dat hebben ze dan zelf een beetje gedaan...